Informatie/Raskenmerken

Een stukje historie

De Griffon Korthals dankt zijn naam en zijn bestaan aan de Nederlander Eduard Karel Korthals, wiens leven werd beheerst door de jacht en zijn passie voor jachthonden. Hij stelde zich tot doel een consistentverervend, ruwharig staand jachthondenras te scheppen. In 1877 vertrok Korthals naar Duitsland en enkele jaren later werd zijn belangstelling voor de Griffon gewekt. In 1887 lukte het hem constant verervende Griffons te fokken en hij liet de rasstandaard voor deze Griffons officieel vastleggen. Deze rasstandaard is sindsdien niet meer gewijzigd.

Ras

Goed gebouwde, ruwharige hond, vol kracht en adel met een niet te brede schedel en een lange en vierkante voorsnuit. De donkergele tot bruine ogen hebben borstelige wenkbrauwen; de goed ontwikkelde snor en baard geven de hond zijn kenmerkende vaste en zelfverzekerde uitdrukking.

De vacht is ruig en hard, voelt aan als fijn draad- of varkenshaar, nooit wolachtig of gekruld. Onder het ruwe, langere bovenhaar bevindt zich dicht, zacht onderhaar. Bij voorkeur blauwgrijs, grijs met bruine platen of geheel effen bruin, vaak met grijze haren doorschoten. Wit met bruin of wit met oranje is ook toegestaan.

Heup-dysplasie

Al onze Griffons worden op HD officieel geröntgend en door de Raad van Beheer beoordeelt.
Bij ons wordt er alleen gefokt met honden die officieel HD A zijn geröntgend.